|
Leefbaar Ronseinfo@leefbaarronse.beTaalfaciliteiten in RonseDe oorzaak van alle kwaadDe wet Gilson (lid van de CVP-BSP regering Lefèvre-Spaak) dateert van 8 november 1962 en legde de taalgrens vast. De wet kwam er na twee Vlaamse (!) Marsen op Brussel waarmee de toenmalige regering het mes op de keel werd gezet. Het resultaat was dan ook een wet die met haken en ogen bij elkaar werd gehouden. Waar sommige gemeenten gewoon verhuisden van de ene naar de andere kant, was Ronse een groot struikelblok. Ooit waren er zelfs stemmen voor een taalgrens die niet ten noorden of ten zuiden van de stad zou lopen, maar er dwars doorheen. Uiteindelijk werd er gekozen voor de zuidelijke stadsgrens om als taalgrens te dienen. Maar daarvoor wilden de franskiljons een toegeving die ze verkregen onder de vorm van taalfaciliteiten voor de Franstaligen. Die laatste werden een "beschermde minderheid". In de natuur zou je een dergelijke idiote beschrijving verwachten voor een bedreigde dier- of plantensoort die bescherming nodig heeft. Op 2 augustus 1963 (datum van de publicatie in het Belgisch staatsblad) werd Ronse officieel een Vlaamse stad met taalfaciliteiten voor de Franstaligen. Dit betekent dat de gemeente en al haar diensten zich tot de bevolking in het Nederlands moet wenden behalve op uitdrukkelijke vraag dit in het Frans te doen. Die faciliteiten hebben reeds heel wat inkt doen vloeien, denken we maar aan de omzendbrief van toenmalig minister Peeters, waarover uiteindelijk de Raad van State uitspraak heeft moeten doen: vanaf dan werd onomstotelijk vastgesteld dat elke persoonlijke mededeling aan de bevolking eerst in het Nederlands moet gebeuren en dat slechts op vraag, een Franstalige versie verkrijgbaar is. Wat sommigen daar ook mogen over vertellen, Ronse is altijd al een Vlaamse stad geweest. De getuige bij uitstek hiervan is ons (uniek) Ronsisch dialect. Het maakt gebruik van een Germaanse spraakkunst, weliswaar hier en daar doorspekt met Franse importwoorden. Indien Ronse destijds een Franstalige stad zou zijn geweest, dan zou ons dialect een Franstalig dialect geweest zijn. Destijds werd het Frans in hoofdzaak gesproken door de bourgeoisie en het Nederlands vooral door de werkende klasse. Dit is nu enigszins anders. De faciliteiten werden destijds aanvaard door de Vlamingen als een tijdelijke maatregel om aan de anderstaligen de mogelijkheid te bieden zich op termijn aan het Nederlands aan te passen. Jammer genoeg stond nergens in de wet wanneer deze faciliteiten zouden opgeheven worden. Na bijna 60 jaar zijn ze er nog steeds. Meer nog, ondertussen zijn deze taalfaciliteiten gebetonneerd in de Grondwet. Van dat tijdelijke aspect is dus niet veel in huis gekomen. Iedere rechtgeaarde Ronsenaar is fier "zijn talen te kennen". Zeker in handel en nijverheid is dit altijd onze grote troef geweest. Dit zal ook in de toekomst niet veranderen. Toch mogen we nooit uit het oog verliezen dat Ronse een Vlaamse stad is. De taalfaciliteiten die aan de Franssprekende minderheid werden toegekend, worden nu misbruikt door allochtonen en andere nieuwe Belgen. Het afschaffen van de faciliteiten zal in de eerste plaats door deze bevolkingsgroep als een duidelijk signaal worden ervaren ! Van de Vlaamse welvaart profiteren kan enkel nog als er in het Nederlands om wordt gevraagd. Elke overheidsdienst mag in de toekomst slechts het Nederlands als voertaal gebruiken. Zoals elke verstandige Ronsenaar zullen ook wij blijven pleiten voor taalhoffelijkheid. De kleinhandel in Ronse is immers voor een groot deel afhankelijk van (Franstalige) klanten uit de zuidelijke buurgemeenten. Die klanten moeten zich blijven welkom voelen in onze stad en vanzelfsprekend moeten zij in hun moedertaal bediend worden. Dit neemt niet weg dat ook in de handel de voertaal het Nederlands moet zijn ! Taalfaciliteiten als een molensteen om de nek van RonseDe faciliteiten hebben onze stad echter niet veel positiefs opgeleverd. Getuige daarvan is de desastreuze toestand van onze stad : torenhoge werkloosheid, de armste gemeente van Oost-Vlaanderen. Het is precies mede omwille van de faciliteiten dat onze stad er zo beroerd aan toe is. De faciliteiten hebben meerdere gevolgen gehad : 1. Onze stad heeft een onterecht imago van tweetalige stad : we zijn een Vlaamse stad. 2. De faciliteiten hebben geleid tot immigratie van heel wat mensen uit Henegouwen, waarvan een flink pak niet-werkenden. 3. Ook hebben ze geleid tot een immigratie van families van Arabische afkomst, voor een groot deel afkomstig uit het Brusselse. 4. Door de aanwezigheid van de taalfaciliteiten heeft Ronse de fusie van gemeenten aan zich zien voorbijgaan. Daardoor is Ronse in vergelijking met vele andere gemeenten relatief kleiner en armer geworden. Nochtans wordt van een stad een stedelijke functie verwacht. Een stedelijke functie brengt echter belangrijke kosten met zich mee. Deze kosten moeten nu gedragen worden door een veel kleiner aantal belastingbetalers. 5. Als Maarkedal en Kluisbergen met Ronse gefusioneerd zouden zijn geweest, zou onze stad een veel grotere aantrekkingskracht hebben gehad op de inwoners ervan met een positief effect op onze kleinhandel. Ook onze eigen inwoners (meestal met een hoger inkomen) die verhuizen buiten Ronse betalen dus geen gemeentebelastingen meer aan onze stad. Daardoor vermindert de belastbare basis en moeten de belastingvoeten verhoogd worden. (Ondertussen al 8%) 6. Personeel van de stadsdiensten (ook van de politie) moet tweetalig zijn. Hieruit volgt dat het vinden van de juiste mensen op bepaalde posities niet altijd makkelijk is. Het feit dat ons politiekader zolang niet volledig ingevuld was, heeft hier rechtstreeks mee te maken. 7. Ook in onze stadsbibliotheek moet er (wettelijk voorzien) een quotum Franstalige boeken voorhanden zijn ; ook dat is een supplementaire kost. 8. In Ronse moet er lager onderwijs voorzien worden in twee talen. Veel kinderen die nu Franstalig onderwijs in Ronse of in Wallonië volgen, zullen later onvoldoende Nederlands kennen en daardoor moeilijker aan de bak komen op de arbeidsmarkt. Het Franstalig onderwijs wordt betaald door de Vlaamse Gemeenschap en het bereidt de leerlingen niet echt voor tot het volgen van Nederlandstalig secundair onderwijs 9. Meer dan 75% van de werklozen in onze stad zijn Nederlands onkundig. De kennis van het Nederlands is een belangrijke voorwaarde om werk te vinden. Velen van de Nederlands onkundigen zijn hierheen gekomen omdat ze door de stadsdiensten in het Frans konden geholpen worden. De toekomst ziet er niet rooskleurig uit voor RonseOnderstaande afbeelding (Bron : webstek van Kind & Gezin) laat overduidelijk zien dat door de taalfaciliteiten de kennis van het Nederlands verloren gaat. In 2019 had nog slechts 49% (minder dan de helft dus) van de nieuwgeborenen het Nederlands als moedertaal. Naast het Frans, waren het Turks, Arabisch en Berbers, de meest gesproken talen door de jonge moeders. De faciliteiten hebben dus tal van negatieve gevolgen voor de stad. Zelfs in het minderhedenbeleidsplan (opgesteld door de integratieambtenaar) wordt dit onomwonden gesteld.
×
Is Ronse op de goede weg ?De laatste jaren heeft het stadsbestuur besloten om de communicatie met de burgers enkel in het Nederlands te voeren. Zowel de webstek als het maandelijks informatieblad "Inzicht" zijn eentalig Nederlands. Zeer lovenswaardig, doch dit kwam er slechts na lang aandringen uit (onze) onverdachte Vlaamse hoek. Het gevaar voor de toekomst schuilt in linkse hoek. Sp.a heeft steeds een tweeslachtige houding ingenomen en nooit voor een afschaffing van de taalfaciliteiten geijverd. Van Groen! en PVDA moeten we om welbekende redenen geen steun verwachten. Een groot gevaar schuilt nog om de hoek : indien van hogerhand wordt beslist om de taalfaciliteiten naar de regel van de (taal)wet toe te passen, dan kan Ronse worden teruggefloten en wordt alles ongedaan gemaakt. Ronse is dan weer naar af. Slechts een definitieve afschaffing van de taalfaciliteiten is hier de enige goede oplossing ! Doch dit zal slechts lukken in een vrij en onafhankelijk Vlaanderen ! Nooit een tweetalig Ronse !Enkele Fransdolle fanatici startten een tijd geleden met een actie om van Ronse een tweetalige stad te maken. Blijkbaar zijn de taalfaciliteiten voor de Franstalige minderheid nog niet voldoende. De actie gaat uit van een handvol franskiljonse bourgeois aangevuld met enkele allochtonen. Ronse was - en is nog steeds - de grootste faciliteitengemeente van Vlaanderen. Dit is iets waar we als Vlamingen onmogelijk trots op kunnen zijn ! Omdat de taalfaciliteiten gebetonneerd zijn in de Grondwet, zou er een Grondwetswijziging nodig zijn om er komaf mee te maken. Wie de mechanismen voor een dergelijke wijziging kent, weet dat er slechts één efficiënte oplossing mogelijk is. In een vrij en onafhankelijk Vlaanderen zal er gewoon geen plaats meer zijn voor taalfaciliteiten. Wij besluiten met de vaststelling "faciliteiten = stommiteiten". Verwijzingen : |
|